Pagina's

zaterdag 26 december 2015

Manuela

"Er is telefoon voor u", zegt de vrouw van de receptie. We zijn aan het inchecken bij Club Marina op Tenerife en ik ben in eerste instantie zeer verbaasd. Zoveel service? Ik hoor een stem met sterk Amsterdams accent, ze stelt zich voor als Manuela en is onze host dezer dagen. Ze wil een afspraak maken voor een welkommetje en voor een toertje. Dat doen we.
Het welkommetje vindt twee dagen later plaats. Manuela is een vrouw die er probeert nog bij de tijd uit te zien. Ze is lang, loopt op hoge hakken, en is zeker niet spaarzaam in het gebruik van lippenstift. Terwijl we naar het restaurant wandelen vertelt ze al volop. Ze is opgevoed in Amsterdam, maar op dertienjarige leeftijd verhuisd naar Tenerife, het geboorte-eiland van haar vader en op haar vijftiende gaan werken. Ze heeft twee kinderen, één van vierentwintig en één van zeven. Die van zeven doet het goed op school, zegt ze als ze hoort dat ik leraar ben. Ik moet namelijk voor het welkommetje mijn beroep noemen. Manuela praat ononderbroken, stelt tussendoor een enkele vraag en geeft als het kan zelf alweer het antwoord. We gunnen haar deze rol.
Ze maakt zich erg zorgen over de kwaliteit van ons verblijf en regelt betere verlichting op ons balkon. Ze belt zelfs na of het allemaal goed verlopen is.
Twee dagen later komen we Manuela weer tegen, ditmaal 's morgens omdat ze vertaalster is bij de tour. Tineke wordt als een oude bekende vriendin gekust. In de vijf minuten vooraf aan de tour lukt het Manuela Tineke uitvoerig te informeren over haar overgangsperikelen.
Dan is het tijd om een formulier in te vullen. 'Hm, dat is in het Frans', stelt ze verbaasd vast. ' Dit is een nieuw formulier'. Tineke helpt haar met het vertalen van de vragen. We maken het onszelf zo gemakkelijk mogelijk met het invullen, want teveel details is waarschijnlijk niet gewenst. Het toertje is immers een poging om ons binnen te lokken bij een soort timeshare programma. Manuela vertaalt, doet dat erg keurig. Wij stellen geen vragen, des te eerder zijn we klaar. Eerst moeten we meekijken hoe een dikke brochure pagina voor pagina wordt toegelicht. Kijk hotels in Spanje, hotels in Italie, hotels in Portugal... en zo bijna de hele wereld. Gelukkig zijn we na vijfenveertig minuten weer vrij. Het is immers overduidelijk dat we geen interesse hebben. We bedanken Manuela voor haar werk. Zij is blij dat ons lampje ons zoveel genot geeft deze vakantie.
Toch een goed wijfie.




woensdag 28 oktober 2015

Choco salade

Choco salade

De naam is erg veelbelovend: salade de choco. Waarom niet, denk ik, je moet verschillende uitdagingen in eten aangaan. In gedachten zie ik stukjes chocolade in de sla, met tomaten en uienringen. Knoflook lijkt me niet zo'n goede combinatie. Als de salade wordt opgediend blijkt choco een portugees woord voor inktvis. En de combinatie met knof doet wonderen. We besluiten ook maar een paar flesjes water mee te nemen, voor dadelijk.
Jawel, we zijn op weg naar de Algarve, via een rustige route langs dorpjes en kurkbomen.
Na een nat Lissabon is het prettig het zonnetje weer te herkennen en te voelen branden. Ons tempo zakt onmiddellijk, na zoveel cultuur in het prachtige Lissabon is het goed relaxen. 's Middags lunchen we in Loulé, waar we ook het plaatselijk museum, tevens de burcht, bezoeken. Een entreekaartje kost mij 1,62 (Tineke is gratis), maar als ik 2,12 geef raakt de baliemedewerkster helemaal in de war. Er moet iets teruggegeven worden, maar wat precies? Ik help haar, de rekentoets is hier waarschijnlijk ook uitgesteld.
We ontdekken per toeval een kleine kapel met een rijk verguld altaar en driehonderd jaar oude azulejos (tegeltjes). De tegels zijn beschilderd met taferelen uit het leven van Maria. Glazen platen laten ook nog eens delen van de originele Arabische stadspoort zien. De baliemedewerkster helpt me met het invullen van een enquête, sterker nog: ze adviseert me hoe deze in te vullen, en waar te ranken. Maar wel grappig allemaal (lees dit bij Tineke).








woensdag 19 augustus 2015

Summer of Love in San Francisco

Het was in 1967 dat de Summer of Love zich vooral afspeelde in San Francisco, met name in de wijk Haight Asbury bij het Golden Gate Park. Het zijn de namen van Janis Joplin, Greatful Dead en Jefferson Airplane die naar die zomer verwijzen. En natuurlijk het liedje 'if you're going to San Francisco, be sure to wear some flowers in your hair.' Vandaag zie ik hier hele andere types. Bij een hek zit iemand de hele ochtend te zoeken naar .... ik weet het niet. Misschien zoekt hij hier wel elke dag. Ik zie een jongen in een versleten jurk met een bord 'I need weed.' Er zijn bedelaars, groepjes weirdo's en wellicht een verdwaalde hippie. Een politieagent te fiets praat met zo'n groepje bij de ingang van het park. Het valt ons op hoeveel jonge mensen hier zijn die de weg totaal kwijt zijn. Een amerikaanse tibetaanse monnik probeert er nog wat te redden. De winkels hebben nog wel de mooie kleurrijke opschriften en soms het typische jaren '60 lettertype. En daar... tussen al dat alternatief ... Is ook nog muziektempel Amoeba.
De summer of love, de idealen, de flowerpower... Het is weg. Wat overblijft is de vermarkting van het idee met vintage, Tibetaanse kleding, tweedehands cd's en gelukkig een kroeg met lekker hoprijkbier.





dinsdag 18 augustus 2015

Chinatown San Francisco

Toch maar even naar de kapper. In een fraai zijstraatje in Chinatown lopen we langs een kapperszaak. En het wordt tijd om de weinige haren weer eens getrimt te krijgen. Vakkundig word ik door een kapster voorzien van cape en wcpapier en gaat ze met vaste hand aan de slag. Verder zijn er alleen chinezen in de winkel. Een oude vrouw laat haar nog donkere haar verwennen, maar valt wel voortdurend in slaap. Soms schrikt ze even op als haar haarverzorger met een plantenspuit te werk gaat. Links tegenover me wordt een oudere chinese man aan een beter kapsel geholpen. Er komen andere klanten in de winkel en er wordt driftig gepraat. Niets van te verstaan, maar ik denk dat net als elders hier de laatste nieuwtjes van Chinatown worden uitgewisseld.
Even verderop, in een andere zijstraat, lopen we een bedrijfje binnen dat gelukskoekjes maakt. Elk stukje deeg, ze lijken een beetje op de biologische versie van de hostie, wordt gewogen, voorzien van een briefje en gevouwen. Al deze laatste werkzaamheden gebeuren handmatig. We kopen een klein doosje koekjes, krijgen nog een paar mislukte exemplaren mee en genieten de gehele dag van al het goeds dat ons wordt toegewenst. NLP goes China.
Aan de andere kant van de wijk ligt een parkje. Kinderen genieten hier van het gebruikelijke: een wip, een glijbaan, een rekstok. Oudere chinezen zijn hier fanatiek aan het kaarten. Mannen met mannen en vrouwen met vrouwen. Niet zoals wij een beetje jokeren, maar het gaat, het zijn tenslotte genetisch bepaalde chinezen, om geld.
We lopen ook even binnen bij een teacompany. Hier kun je uitleg krijgen over verschillende theesoorten en ook theebladeren kopen. Dat kan voor een busje al snel oplopen naar 200 dollar. Hmm. Iets te veel voor onze portemonneee.
Verder kun je hier in de wijk nog Maotasjes, Maoschriften en Maoposters kopen. En natuurlijk alles wat een toerist vanuit China mee wil nemen.
Mooi... chinatown San Francisco.








zondag 16 augustus 2015

Santa MargarIta

Als de overbuurvrouw in het zwembadje van KOA zich opricht uit een ligstoel, is het wel heel duidelijk: ze heeft reusachtige neptieten. Waarschijnlijk vroeg ze aan de cosmetisch chirurg: what do you charge? En hij verstond: make them extra large.
Maar goed, de overbuurvrouw staat langzaam op, draait zich zo dat wij aan de overkant goed zicht hebben op haar figuur. Dan moet er een shirt aangetrokken worden. Voorzichtig gaat dat shirt over het hoofd, dan over beide onderdelen en het shirt wordt met precisie vastgemaakt. Het komt over als een show die ze opvoert. Ook Tineke, niet echt doelgroep, herkent de nadruk op de bewegingen. De man die bij de vrouw op een ligstoel lag, waarschijnlijk de gelddonor, is al richting kleedhokje gelopen.

Deze camping in Santa Margarita is onze laatste tussenstop voordat we highway 1 afrijden naar San Francisco. Al onze dierbare aangeschafte bezittingen laten we hier achter: de twee campingstoelen, de kussens, de barbecue, bestek, mokken en plastic borden en de restanten van de sausjes.
We zijn helemaal Bear Aware en de spullen verdwijnen in een afsluitbare container.

Onderweg stoppen we nog even om naar een kolonie zee-olifanten te kijken die luieren op het strand of spelen in het water. Ze wanen zich onbespied. Heel anders dan de overbuurvrouw in de KOA.




muziektip: California Saga (BIg Sur) van de Beach Boys

woensdag 5 augustus 2015

Downtown Las Vegas

Tineke weegt 135 Amerikaanse ponden, 61 kilo. Ze staat op de weegschaal van de Heart Attack Grill, een restaurant in Fremont Street, downtown Las Vegas. Het is een heel bijzonder restaurant: als je meer dan 350 Amerikaanse ponden weegt, 158 kg, dan mag je gratis eten. Je moet wel ondertekenen dat als je een hartaanval krijgt het bedrijf niet aansprakelijk is. Vet en veel eten is het motto van dit restaurant. Als je je maaltijd niet op kunt dan krijg je een spankie, en die wordt op de website geplaatst. De slanke serveersters zijn verkleed als sexy verpleegsters en gasten krijgen een reuzenslabber voor. Wij gluren door het raam en wandelen daarna door. Het is een uniek concept dat zogenaamd vecht tegen anorexia.






Vederop in Fremont bestellen we een biertje van de tap, nemen plaats achter een straatbar en kijken een paar uur lang naar voorbijgangers, zwervers, wannabee artiesten en weirdo's. Het is een aparte wereld. Voor onze neus wil een oudere man, die met een invalidewagentje komt aanrijden, Stevie Wonder verbeelden. Hij is lang bezig met de voorbereidingen. Het resultaat is niet echt verbluffend en ik schat dat hij het eerste uur ongeveer drie dollar ophaalt. Zwervers lopen steeds hetzelfde rondje en soms komt opeens iemand te voorschijn die denkt de nieuwe John Travolta te zijn. Er zijn artiesten. En achter ons valt een dronken man in slaap aan de bar.
Boven ons hoofd zijn ziplijnen waarlangs toeristen voor veertig dollar een paar honderd meter kunnen zweven van het begin naar het eind van de straat. Een mooi geluidloos gezicht.
Downtown Vegas is rustig, maar ook fascinerend.

Muziektip: happy birthday van Stevie Wonder.

maandag 3 augustus 2015

Viva Las Vegas

Op de hoek van de straat lossen twee Elvissen elkaar af. Het lukt me niet ze in een shot te vangen. We hopen te gaan genieten van een Elvis een blauw Vegaspak. Zijn sjaaltje heeft hij alvast aan ons buurmeisje op de betonnen bank gegeven. Fever... Nou ik heb weleens een betere uitvoering gehoord. Dit is, in my opinion, niks. We staan op en lopen verder.
Ik zag vanmiddag ook al de bassist van Kiss rondlopen met een rolkoffer. En op onze eerste avond in deze stad van waanzin, verspilling, fun en gekte, zien we ook veel supersterren uit comics klaar staan om op te treden. Verder veel zwervers met borden als: mijn ex had een betere advocaat.
Vegas.. Overal geluid.
Zelfs als je even over een brug wilt lopen komt er muziek uit luidsprekers. Zo stil als de canyon was... zo luid is het hier.
De canyon is een ode aan de schepping; Vegas is wat mensen in hun wijsheid met die schepping doen. (Nu vind ik wat er op andere plaatsen gebeurt, zoals in Syrie, ook niet getuigen van respect voor mens en natuur)
Ben je ontwerper en wil je iets mafs creeeren dan kan dat hier.
Ben je jong en vrouw en wil je wat geld bijverdienen dan kun je, gekleed met kwastjes en een string, hier op straat aan Las Vegasboulevard, mensen naar een hotel lokken. Je hoeft niet echt mooi te zijn, soms denk ik: dit wil ik helemaal niet zien! Niet eens in mijn ooghoek. Zo wil je toch ook niet je eigen dochters plotseling tegenkomen.
Heb je nieuwe borsten gekregen van je man, of laatste lover, dan kun je ze hier vrolijk uitlaten op straat.
En happy hour is voor ons onduidelijk. Cocktails zeven dollar staat er op een bord. Wij bestellen twee mojito's en worden even later geacht even vijfentwintig dollar af te rekenen. Unhappy hour. Gelukkig wordt het in ons voordeel opgelost.
We eten aan de Trevifontein; ook dat kan in Vegas.
Moe van al deze indrukken (indrukte) belanden we tegen half twaalf in hotel Excalibur weer in ons ridderlijk bed. Om half vier hoor ik de stad nog steeds leven.










dinsdag 28 juli 2015

Ingrid

Ik ben een beetje verliefd geworden op Ingrid. Ik heb haar nu al tweemaal ontmoet op de KOA camping bij Bryce (Cannonville), daar organiseert ze in de ochtenden het pancakebreakfast. En dat doet ze op een heel speciale manier. Ze verwelkomt je en legt uit hoe het werkt. Je mag de jus 1x hervullen, maar koffie mag je nemen zoveel je wilt. En even later komt ze met drie pannenkoeken, spekjes en boter. Die mag je ook bijvragen hoor! Als we een kompliment over de koffie maken, zegt Ingrid: die zetten we bewust wat sterker, omdat we zoveel Europese gasten hebben. Kijk dat is hospitality! Dan vraagt ze naar onze plannen van de dag en geeft vervolgens tips, bruikbare tips blijkt later. Dat doet ze bij meerdere tafels. En zo brengt het ontbijt iedere gast de nodige informatie. Daarnaast kom je aan tafel te zitten bij andere campinggasten waarmee je al snel in gesprek raakt. Het pancakebreakfast brengt mensen bij elkaar. Als Ingrid op het plastic bestek wijst en zegt: neem ook wat silverware, moet ik lachen. Ik wijs op het bestek en zeg: noemen jullie dat ook silverware. Ok, zegt Ingrid, tableware!
ze adviseert de pancakes als "the best of the west".
En vanmorgen komen we terug en bestellen wederom een ontbijt van pannenkoeken.  En Ingrid herinnert ons van gisteren. Kijk, dat is gastvrouwschap en daarom ben ik een beetje verliefd geworden. Ingrid staat voor mensen die je goede zin bezorgen, zo "s morgens vroeg. En ook vandaag vindt ze dat we weer een exciting programme hebben. Wij rijden naar St. George via Zion. Als Ingrid naar St. George rijdt, is dat via Ceder City. " That takes one and a half hour, but for me two hours, because I always have to go to the restrooms on the way."

Vanmiddag op de KOA in Hurricane is het weer als vanouds. De dames die voor de ontvangst zorgen draaien hun riedel, smilen and that"s it.

luistertip: breakfast in America, Supertramp

vrijdag 24 juli 2015

Temple Square, Salt Lake City

Het is 23 juli en we zijn in Salt Lake City. Om preciezer te zijn: we zijn op Temple Square, het Mekka van de Mormonen. Ik stel Tineke voor om zeven rondjes rondom het Tabernacle te lopen. Maar het is te warm. We zijn in het religieuze centrum van de Mormonen van harte welkom, we mogen overal een kijkje nemen en foto"s maken en praten met de gidsen die hier vrijwillig toelichting geven. Er is geen enkele bekeringszin merkbaar. Steeds wordt een visie voorafgegaan met de zin: wij geloven dat ...
Ik raak gefascineerd door de rijkdom en de vele manieren waarop steeds hetzelfde wereldbeeld wordt neergezet: de traditionele familiewaarden. Na de dood worden we immers weer met onze families verenigd. Trouw gaat over de dood heen.
Maar na ruim vier uur ben ik het ook wel een beetje zat om steeds die zoetsappige afbeeldingen te zien van vrouwen in hun moederrol, en mannen als bestuurders.




En ik ga aan het denken: als God ook maar iets intelligenter zou zijn als mannen hem voorstellen (mooie zin) dan zou God zeker geen man als profeet aangewezen hebben. Want dat is de bron van alle ongelijkheid: dat mannen menen een directe band met God te hebben en dus kunnen legitimeren hoe de ideale wereld eruit ziet. Het is juist het idee dat alleen mannen boodschapper van het gedachtegoed van God kunnen zijn (hier bij de Mormonen, maar ook herkenbaar bij de katholieken of Islamieten) dat maakt dat deze wereld is zoals hij is. Mannen moeten het denkwerk verrichten en vrouwen zijn in eerste instantie moeder. Ik zie hier jonge moeders met zes kinderen rondlopen. In de marketing heet het dan dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn, maar verschillende taken hebben op deze aarde. Ja, zo ken ik er wel meer. Wij van wc-eend adviseren wc-eend. Mannen willen gewoon heersen, dat is de drift, en hebben godsdiensten nodig om dat te legaliseren. James Brown zong het al: it"s a man"s world. En als we aan vrouwen schoonheid toedichten, een andere mannelijke waarde, dan lukt het om vrouwen in huis te houden, te beschermen, hoofd- en lichaamsbedekkingen te laten dragen en vooral dat te laten doen wat mannen vinden dat vrouwen moeten doen. In de geseculariseerde wereld, die een afspiegeling blijft van de godsdienstige wereld, zijn dat botoxbehandelingen en borstvergrotingen.
De marketing van de traditionele rolverdeling wordt hier in Salt Lake City uitvergroot. En dde Mormonen hebben veel politieke macht in Amerika. 
Gelukkig zie ik op het plein nog een mooi voorbeeld van een beeld dat met enige fantasie ook een goedkeuring voor de homorelaties zou kunnen verbeelden. Christus die zijn handen liefdevol op twee mannen legt. Ik denk alleen dat de Mormonen dit anders uitleggen.
Temple Square  is een fascinerende plek.
Op naar de rodeo... Waar we stoere mannen en ook vrouwen zien.

Muziektip:
James Brown: it"s a man"s world.
Maar we hebben ook genoten van een mooie cantate van Bach in het Tabernacle.

maandag 20 juli 2015

Bonanza

Als kind was Bonanza de eerste western die ik volgde. Alles nog in zwartwit. Het was een verhaal over de familie Cartwright, vader Ben, weduwnaar, en zijn drie zonen Adam, Hoss en Little Joe. Ze leefden op een ranch, de Ponderosa,  in Virginia City. En voor boodschappen reden ze, samen met de Chinese kok Hop Sing, naar Reno of Carson City. Elke week beleefden ze avonturen en ik weet nog dat het de KRO was die de serie uitzond. KRO was altijd goedgekeurd, want katholiek. Voor mij is Bonanza de moeder aller westerns. Later volgden nog Rawhide en High Chaparell. En tegenwoordig Deadwood.
Vandaag zijn we in Virginia City. En het is nog steeds een echte cowboystad gebleven. De inwoners vinden het leuk om gekleed in western kledij over straat te lopen, en ze genieten van good old country music. Ik schat in dat ze allemaal republikeins stemmen. En dat ze willen wasthouden  aan oude traditionele waarden. Ik denk niet dat hier fans wonen van het homo-huwelijk. Een andere opvallende groep aanwezigen zijn de motorrijders. Ik zie veel Harley Davidsonmotoren en ook  veel in leren jacks geklede personen. Even denk ik dat ik midden in een aflevering van Sons of Anarchy ben beland. Er is idd een winkel waar je hoodies en t-shirts van de Sons kunt kopen. Enkele motorleden houden bij hun clubhuis een garagesale. Ze gooien met hakbijlen richting een opgehangen houten blok. Ik blijf maar vriendelijk. Je weet immers nooit. Ook de Sons van Amco reden soms naar Nevada.


zondag 19 juli 2015

Better call Saul momentje

Als ik iets na zessen in de ochtend naar buiten loop om wat te genieten van ons prachtige uitzicht bij Lake Washoe, zie ik in een flits een coyote door de struiken lopen. Ik krijg geen tweede kans om rustig te kijken.
Volgens Christine, de verhuurster van ons huisje, is het mogelijk. Coyotes komen vroeg in de ochtend naar het dorpje en daarom verblijven alle kleine dieren, inclusief de katten, altijd binnen.
South Lake Washoe is drooggevallen doordat sneeuw uitbleef in de laatste winter. Het meer oogt nu als een kale zandvlakte. Er is nog wel de mogelijkheid om met je boot naar beneden te gaan en ook wordt aangeraden de vis niet te consumeren. Volgens Catherine is het vaker voorgekomen dat het meer droog viel. 
Op onze geleende fietsen rijden we langs en door het natuurgebied. Vogels verschieten van onze aanwezigheid.
Andere dieren die op het erf vertoeven zijn de kwartels. Parmantig en snel bewegen ze over de grond of vliegen op. De kuifjes opgericht. Ze zijn bijna niet van dichtbij te fotograferen. Er zijn ook jack rabbits met superlange oren die nieuwsgierig komen kijken, of soms voorbijrennen.

Onderweg naar Lake Tahoe heb ik een Better Call Saul momentje als ik een gigantisch billboard zie van een of andere advocaat die zichzelf aanprijst.
Maar zo"n momentje heb ik ook als ik van die gele pollo-restaurantjes zie.

In Reno zijn we op zaterdagmiddag op een Baskisch festival (blijkbaar veel immigranten hier) en genieten we van wedstrijdjes houtkappen, sterkste man/vrouw en een band.

Een ontmoeting met onze verhuurders op zaterdagavond bij het kampvuur maakt deze dag compleet. 


Muziektip is Johnny Cash, Falsom Prison Blues ( met de zin " I shot a man in Reno, just to watch him die. "

vrijdag 17 juli 2015

Op de camping, aan de afwas, Mariposa Californie

Ik denk dat Europeanen meer van Amerika zien, dan Amerikanen zelf. Het is een uitspraak van een Amerikaanse buurvrouw op de KOA camping in Mariposa , Californie. Ze is met haar gezin, we zien drie kinderen bij haar in de buurt, nog nooit zo lang op vakantie geweest, negentien dagen in totaal. Een trip van Denver, naar Grand Canyon, San Diego, Los Angeles, Sequoia, Yosimite en weer terug. 
Vandaag, maandag, had ze zich heel nietig gevoeld in de natuur en bedacht dat het vreemd is dat Amerikanen gewoon niet de rust nemen. Ze kent Nederland, ze heeft met haar man in het verleden in Ede gewoond, en weet dat Europeanen met vakantie ook vooral "rust" bedoelen. Amerikanen hebben veel meer de drive om steeds maar door te gaan, steeds meer te willen presteren. Gas terugnemen hoort daar niet bij. Ik denk dat het nog steeds de waarden zijn van de eerste bewoners, zegt ze. Het lijkt haar een goed idee als haar kinderen eens een tijdje in een andere cultuur zouden leven. Dan zouden ze beter de verschillen kunnen beseffen.
Ik vind het een mooie gedachte. En ook onze afwas is klaar voordat we er erg in hebben. Campingleven is een mooi iets, besef ik. Zo tussen zes en acht uur is iedereen bezig met koken en tafelen. Iedereen neemt de tijd om met behulp van weinig comfort en dus een hoop improvisatie iets tot stand te brengen. Overal om ons heen staan blokhutten met picknicktafels en natuurlijk die giga campers van de Amerikanen zelf. Wij hebben deze eerste avond op de camping de barbecue gemonteerd en in gebruik genomen. Natuurlijk weer veel te veel ingekocht. Campingleven betekent ook dat "naar de toilet gaan" een weloverwogen besluit moet zijn. Het is immers steeds een aardige afstand die je moet overbruggen.
Ongeveer vijftig procent van de inwoners van Californië is spaanstalig. En die spaanstaligen komen we vooral tegen bij de Walmart. Het lijkt zelfs alsof ze ons prachtige engelse accent niet verstaan. En ik zie ook mensen van wie ik steeds dacht dat ze speelden in Los Lobos. Ik houd me net in om geen handtekening te vragen. Sterker nog ik moet zelf veel handtekeningen plaatsen om mijn creditcard ge-accepteerd te krijgen.
Een mooi nieuw winkelconcept zag ik vanmiddag bij Raley"s: veel mogelijkheden om vers en goed eten te kopen en tegelijk een paar tafels en stoelen om direct te eten. Wij nemen superheerlijke aardappelsoep. Pittig en warm.


Muziektip: San Fransisco Bay van Hurray for the Riff Raff. ( de baai die we zondag zagen en overbrugden.)

donderdag 16 juli 2015

Op de camping, aan de afwas

Ik denk dat Europeanen meer van Amerika zien, dan Amerikanen zelf. Het is een uitspraak van een Amerikaanse buurvrouw op de KOA camping in Mariposa , Californie. Ze is met haar gezin, we zien drie kinderen bij haar in de buurt, nog nooit zo lang op vakantie geweest, negentien dagen in totaal. Een trip van Denver, naar Grand Canyon, San Diego, Los Angeles, Sequoia, Yosimite en weer terug.
Vandaag had ze zich heel nietig gevoeld in de natuur en bedacht dat het vreemd is dat Amerikanen gewoon niet de rust nemen. Ze kent Nederland, ze heeft met haar man in het verleden in Ede gewoond, en weet dat Europeanen met vakantie ook vooral 'rust' bedoelen. Amerikanen hebben veel meer de drive om steeds maar door te gaan, steeds meer te willen presteren. Gas terugnemen hoort daar niet bij. Ik denk dat het nog steeds de waarden zijn van de eerste bewoners, zegt ze. Het lijkt haar een goed idee als haar kinderen eens een tijdje in een andere cultuur zouden leven. Dan zouden ze beter de verschillen kunnen beseffen.
Ik vind het een mooie gedachte. En ook onze afwas is klaar voordat we er erg in hebben. Campingleven is een mooi iets, besef ik. Zo tussen zes en acht uur is iedereen bezig met koken en tafelen. Iedereen neemt de tijd om met behulp van weinig comfort en dus een hoop improvisatie iets tot stand te brengen. Overal om ons heen staan blokhutten met picknicktafels en natuurlijk die giga campers van de Amerikanen zelf. Wij hebben deze eerste avond op de camping de barbecue gemonteerd en in gebruik genomen. Natuurlijk weer veel te veel ingekocht. Campingleven betekent ook dat 'naar de toilet gaan' een weloverwogen besluit moet zijn. Het is immers steeds een aardige afstand die je moet overbruggen.
Ongeveer vijftig procent van de inwoners van Californië is spaanstalig. En die spaanstaligen komen we vooral tegen bij de Walmart. Het lijkt zelfs alsof ze ons prachtige engelse accent niet verstaan. En ik zie ook mensen van wie ik steeds dacht dat ze speelden in Los Lobos. Ik houd me net in om geen handtekening te vragen. Sterker nog ik moet zelf veel handtekeningen plaatsen om mijn creditcard ge-accepteerd te krijgen.
Een mooi nieuw winkelconcept zag ik vanmiddag bij Raley's: veel mogelijkheden om vers en goed eten te kopen en tegelijk een paar tafels en stoelen om direct te eten. Wij nemen superheerlijke aardappelsoep. Pittig en warm.


Muziektip: San Fransisco Bay van Hurray for the Riff Raff. ( de baai die we gisteren zagen en overbrugden.)



- Posted using BlogPress from my iPad

Location:Mariposa, Californie

woensdag 20 mei 2015

Cuba: de dag van de coöperaties



De dag van de coöperaties

Er is al een paar dagen geen cola te vinden. Ik vraag het in cafetaria"s en restaurants. No cola, senor. Ook in ons guesthouse is geen cola. Het product is gewoon even van de aardbodem verdwenen. En vandaag is het cola, een andere keer is het flesjes water.
Het meest markant vind ik dat op het internationale vliegveld alleen broodjes ham te krijgen zijn. En dat zowel voor als achter de douane.
Wel veel boeken over Che en Fidel.
Marketingtechnisch kent Cuba eigenlijk maar één product: de revolutie. De revolutie is punt nul, daar begint alles. En alle reclame-uitingen zijn gericht op het promoten van die revolutie. We rijden op woensdagmorgen langs de chocoladefabriek van Baracoa. 
Een mooie naam voor een merk chocolade is Checolade denk ik, als ik het bord met Che Guevara voor de fabriek zie.
In Havana word ik door een toevallige voorbijganger aangesproken als ik op een klein pleintje een beeld aan het filmen ben. Dat is van Humbold, zegt hij. De jonge man, met een misvormd oor, wijst op een museum. Dat is helaas dicht dit weekend. Hoe lang ben je nog in Cuba? We vertrekken vandaag, antwoord ik. Ah, vandaag is een speciale dag. Raoul Castro heeft deze zaterdag uitgeroepen tot dag van coöperaties. En dat betekent dat de coöperaties vandaag sigaren mogen verkopen met vijftig procent korting!
Wat zijn we toch een boffers. Steeds als we ergens zijn en locals spreken is er wel een reden voor iets bijzonders.
Misschien bedenkt Castro ook nog eens een dag dat de toiletten gewoon werken.

Muziektip bij dit blog: get lucky van Daft Punk

dinsdag 12 mei 2015

Cuba en amusement onderweg

De lopende band

Maandag was de route meer dan fantastisch en dat begon al met het verlaten de autostrada bij Santiago. We rijden via kleine dorpjes, Guantanamo (waar onze cd speler  de klassieker enkele malen laat horen en ik ook de vertaling van de tekst voorlees), Guantanamo Bay, een prachtige kustweg en een mooie bergpas (La Farola) naar het oudste Cubaanse stadje Baracoa.
Gelukkig veel afwisseling onderweg en dat betekent, met al dat rustige verkeer, dat we alle twee kunnen genieten van de omgeving.
Dat is veel beter dan de weg van Trinidad naar het oosten eerder deze week. Als je per honderd kilometer maar drie bochten hebt slaat de verveling snel toe. Gelukkig zijn er langs de weg wat personen die hun waren aanbieden. Dat gaat als volgt: als de bewuste persoon een auto hoort naderen, rent hij/zij de weg op en toont het product. Daarbij roept hij/zij iets. Ik vermoed dat als het product bananentros is, wat in veel gevallen ook zo is, dat de persoon dan bananas roept. Als we dus over deze weg rijden is het een komisch gezicht van komen en gaan van personen met producten. Het is net dat spel: de lopende band. Dus maken we er een spel van: we moeten de producten in goede volgorde kunnen opnoemen.
Even later staan er langs de kant, dicht tegen de weg aan, lage tafeltjes met fruit. Even doet dat aan het computerspel denken waarbij je zoveel mogelijk voorwerpen moet omver rijden. Tineke bedwingt zich. We zijn geen liefhebbers van geweldspelen.
De haarspeldbochten van gisteren staan in contrast hiermee. Natuurlijk zijn er op elk uitzichtpunt verkopers van chocolade, cacao, koffie, bananen te vinden en bijna springt een liftster in de auto, maar de uitzichten zijn bijzonder. Ook bijzonder was de lunch op een camping. Eindelijk was het gelukt een cafetaria te vinden en ik bestel bij de vriendelijke werkneemster, een uitzondering deze ochtend, vis. Er wordt over en weer overlegd, ook zij spreekt of verstaat geen enkel woord engels. Maar er komt eten. En het lijkt ergens op vis. Zelden heb ik zoiets  vies geproefd. We laten beiden de vis staan en nuttigen alleen de rijst, met zwarte bonen en de tomatensalade. Als we tegen onze vriendelijke serveerster uitleggen dat we het niet zo heel lekker vonden, knikt ze. Volgens mij vindt ze het zelf ook niet te eten. Het is wel spotgoedkoop. 
Het avondeten, vis met een heerlijke cocossaus, en zeer vriendelijk geserveerd door de hulp des huizes Ita, maakt veel goed. Evenals de muziek in de Casa de la Trova.
Baracoa is een stadje met twee gezichten. Het heeft een opgeknapt historisch centrum en daarnaast hardnekkige bedelaars en verwaarloosde woningen en flatgebouwen. Is dat het resultaat van een eerdere hurricane? Dat moeten we nog uitzoeken. We zijn onderweg nog wel getuige van het resultaat van een beslist illegaal hanengevecht. Gelukkig zijn er ook inwoners die op straat schaken, domino spelen of kaarten. Tineke wil ze graag het wippen uitleggen. Maar onderweg zien we een tweetal op straat die dat spel al redelijk onder de knie heeft.

Muziektip bij dit blog: Les Passants van Zaz

Cuba en feitjes voor toeristen

Feitjes voor toeristen

In Cuba is het kunnen vinden van je paspoort een eerste levensbehoefte. Natuurlijk om het land binnen te komen en om je in te checken in een hotel of casa, heb je het document graag bij de hand. Ook de politie kan om je identificatie vragen. Maar je paspoort moet je ook tonen als je bij de bank geld gaat omwisselen. Ook heb je een paspoort nodig om je auto te parkeren in een officiele garage, of om een wifikaartje te kopen bij de Etecsa. Daar wordt dan  tevens  het nummerbord nauwkeurig genoteerd. Met een paspoort kom je ook een botanische tuin binnen. Kortom er zijn veel kansen dat je het reisdocument moet laten zien.
We zien vele vormen van openbaar vervoer. Openbaar vervoer is er genoeg in Cuba, dat heeft de staat prima geregeld. Er zijn treinen, zonder treinschema helaas. Het is mogelijk om met een fietstaxi je te verplaatsen binnen de steden, of met een gele taxi, of een oldtimer taxi. Er rijden diverse bussen tussen de steden. Sommige bussen, zoals die voor toeristen, verplaatsen je prima en snel. Voor de eigen inwoners is het vaker een vorm van geluk. Er zijn bussen die volgepropt worden, er zijn ook vrachtwagens, wij dachten eerst voor veevervoer, die dienst doen als personenvervoer. Een speciale bus is de kamelenbus, vanwege de twee bulten. Het kost weinig geld, maar dan heb je ook niks. Ik zie ook dat de raardenkar wordt ingezet voor lokaal vervoer. Hier kunnen zes tot acht mensen van gebruik maken.  Daarnaast  liften mensen langs de weg, zwaaiend met, voor ons onduidelijke, bankbiljetten.

Klantvriendelijkheid zit in niet in het basispakket van een communistische opvoeding. Dat er voor iedereen werk te vinden is wordt wel duidelijk als we in de bodaga van Camaguey wat eten en drinken bestellen. We zijn, op etenstijd, de enige gasten en er is een vijftal bedienend personeelsleden.  Bediening die het niet lukt om  onze rekening fatsoenlijk op papier te krijgen en steeds weer op vier, dan drie, dan twee cuc teveel uitkomt.
Ook bij de entree van een openluchtvarieté hebben ze geprobeerd ons vier cuc ( dus vier euro) teveel te laten betalen. Opletten en je mond gewoon open doen spaart geld uit. De Cubaan blijft er onverschillig onder.
Bij de bank waar we gisteren geld omwisselden waren vijf loketten. Wij mochten bij loket één geholpen worden. Er wordt geen woord gewisseld. De ambtenaar van loket drie slaapt, de ambtenaren van loket twee, vier en vijf zitten verveeld te wachten. 
Ondernemers die werkzaam zijn in de toeristenbranche kennen wel de klantvriendelijkheid, en ook Cubanen die vrije tijd hebben en niet aan je willen verdienen.
De banken vermelden gelukkig wel hun openingstijden. Dat wil niet zeggen dat ze dan ook open zijn. We hebben al twee keer voor een gesloten bank gestaan. De eerstekeer vanwege een insecticide ingreep (we're sorry) en de tweede keer  vanwege een computerprobleem (we're very sorry).
In de casa waar we nu verblijven in Camaguey is ook airco. Wel moet je dan de schakelaar op 'aan'  zetten en drie minuten wachten. Gelukkig krijg je deze gebruiksaanwijzing in perfect snel Spaans dialect uitgelegd. 

Muziektip: Dreadlock holiday, 10 cc

Dany Moncada


Dany Moncada

Het is of de band alleen voor ons speelt en misschien is dat ook wel zo. Wij zijn de enige niet-Cubanen in dit restaurant, opgedragen aan een befaamd trio uit het verleden, Trio Matamores. Een en soms twee andere tafels zijn bezet en het is een komen en gaan van locals die een biertje komen halen aan de bar en dit mee naar buiten nemen. Het bediendend personeel gebruikt de vrije werktijd om een dansje te wagen. Na het tweede liedje komt de kok uit de keuken en sluit zich bij de muzikanten aan. Hij heeft er zichtbaar veel plezier in en musiceert en improviseert met de leden van de band. Liedjes die zomaar uit het geheugen boven komen borrelen? Er is in ieder geval niemand die onze kok, ons eten was gelukkig al bereid en zeer smaakvol, terug naar de keuken verwijst. Het is heerlijke muziek. Er zijn twee gitaristen een percussionist en een vrouwelijke bassist, die soms heel nors kijkt, maar op andere momenten een ontwapende lach laat zien. Ze doet ons aan een jongere versie van Whoopy Goldberg denken. Ook zij speelt bij enkele nummers met het gezicht en staande bas, richting muur. We zagen dit gisteren ook al in de casa de la trova. Is het een eerbetoon aan een held?
De percussionist blijkt ook een verdienstelijk gitarist te zijn. In de pauzes van het optreden wordt er rustig doorgegaan met muziek maken. Er komen suggesties voor liedjes.
Dan komt de bassiste met nog een leeg schaaltje langs, er ligt enkel een cd in. Alweer een cd? Dat gaan we niet meer doen en ik besluit vijf cuc te doneren. Ik krijg er tot mijn verbazing de cd bij: Dany Moncada. Geen idee of we vanavond naar Dany Moncada aan het kijken zijn, de foto op het hoesje is erg onscherp en ik herken geen gezichten. 
Ik vraag of ze Lágrimas Negras willen spelen. De tekst en muziek van dat nummer is immers op de muur van het restaurant geschilderd. Geen probleem, het nummer wordt onmiddellijk ingezet.
Tineke en ik krijgen steeds meer waardering van de bandleden. Nog voor de avond voorbij is moet ik delen met hun rum. Mooi. Wij een fijne avond, zij een leuke avond. Maar of het genoeg is voor de broodwinning?
Dany Moncada, uit Santiago de Cuba, onthoud die naam.
Deze orgeldraaier zagen we op een binnenpleintje.
Muziektip: alles van Dany Moncada

The Beatles en Cuba


The Beatles en Cuba

Veel westerse muziek is er niet te horen in Cuba. Nergens kom je namen tegen zoals Paul Simon, Rolling Stones, James Brown of zlefs Bob Marley. of andere goden uit de westerse moderne muziek. Er is echter één uitzondering: The Beatles. Hier in Trinidad is een bar genaamd Yesterday. Er staan vier levensgrote bronzen beelden van de jongens uit Liverpool, mooi in concertopstelling. Op de muur is in sierige letters de gehele tekst van Yesterday geschreven, compleet met de naam van de componist: Paul McCartney. Het Helplogo hangt boven de ingang en op de binnenplaats zijn nog meer foto's van de Fab Four te vinden. En je wordt welkomgeheten met de songtekst: I need to find a place to hide away. Helaas voor ons was er gisteravond een bandje dat hard rock speelde, niet echt ons idee van vakantiemuziek.
In Havana is zelfs een John Lennon Plaza. Helaas hebben we dat gemist tijdens ons bezoek. In Santa Clara zijn op een plein afbeeldingen te vinden uit The White Album, Abbey Road en Yellow Submarine. Een vader die hier met zijn dochter aan het spelen is verzekert me: dit zijn the Beatles.
Vanwaar deze tolerantie is onze vraag. Is het vanwege Back in the USSR, Revolution (een gangbaar woord in dit land) of is John Lennon een Working Class Hero?
Dat moet ik nog uitzoeken als ik weer eens rustig internet heb.
Vandaag moet ik het doen met muziek van de Cubaanse band Grupo Manacanabo. Ik heb gisteren van de bandleider een cd gekocht, met authentieke handtekening. Ik ben dan ook zeer verbaasd als ik 's avonds ontdek dat een bandje, dat speelt op de Casa de la Musica, dezelfde cd verkoopt, alsof het muziek van hen is. In onze casa wordt me verzekerd dat we een originele cd hebben. Mooi land dat Cuba, maar wel met eigenaardige gewoontes.


Muziektip: revolution van the Beatles

dinsdag 5 mei 2015

Slaven en suiker

Dinsdag 5 mei

Slaven en suiker

Onder begeleiding van onze huisgids Dariel bezoeken we vandaag de suikerplantages. Even buiten Trinidad ligt een dal, de Valle de los Ingenios, het dal van de suikermolens. Ooit lag hier het economische hart van Cuba. Hier ontstond de rijkdom die Trinidad op de kaart zette. De suikerbaronnen startten hun business in het begin van de 19e eeuw. Op enorme stukken grond lagen hier de suikerplantages. Dat suiker ooit het witte goud is geweest is nu natuurlijk moeilijk voor te stellen. Maar de restanten van de slavenhuisjes getuigen nog wel van de hoeveel arbeiders die hier verbleven. Ongeveer één miljoen Afrikanen zijn als slaaf naar Cuba gebracht. Een grote toren fungeerde als wachttoren, uitzichttoren, klokkentoren of gewoon om te laten zien dat je veel geld had.
We vernemen dat het produceren van suiker een ingewikkeld proces was en dat van de restanten oa de rum werd vervaardigd. Enkele kilometers verderop staat de grootste suikermolen ter wereld. Ook uit het verhaal van Dariel blijkt weer dat het in de mannenwereld belangrijk is wie de grootste  heeft.
We zien huidige arbeiders het oorspronkelijke huis van de suikerbaron weer opbouwen. Het huis is zo gebouwd dat je kunt genieten van de frisse wind. Ook is het zo gebouwd dat de geuren van de slavenhuizen de ander kant opwaaien. Deze compound blijkt de enige te zijn op Cuba die toeliet dat slaven gezinnen konden stichtten. Een bijkomend voordeel was natuurlijk de natuurlijke aanwas van arbeiders. Ook bleek dat door gezinsvorming de vluchtpogingen afnamen.
De hausse heeft ongeveer 50 jaar geduurd, dan lukt het om met andere technieken goedkoper suiker te produceren, met als gevolg dat de suikerprijs keldert. Het ontbreken van andere economieën in het gebied doen de glorie van Trinidad vergaan.
In 1886 is het voor de slaven van Cuba pas officieel 5 mei.



Muziektip bij dit blog: Slave to love van Bryan Ferry.

Een achterhuis in Trinidad

Maandag 4 mei

Een achterhuis in Trinidad

De casa ligt dicht bij het oude centrum van Trinidad en is een authentiek huis. Als we binnenkomen staan we direct in de woonkamer. Het is er donker. Achter de woonkamer is de keuken, met een grote rode vijftigerjaren Amerikaanse koelkast. Weer daarchter is een kleine patio en dan pas komen we bij de kamer die wij hier voor drie nachten hebben gehuurd. Wanneer ik het dakterras ontdek zie ik het huis van de buurman. Ook zo'n smalle pijp, alleen gebruikt hij het achterste gedeelte vooral voor opslag.
Trinidad, ik ben helemaal aangenaam verbaasd. Dit is van zo'n ongelooflijke schoonheid, veel kleur, veel authentieke huizen, verkeersvrij in het centrum. En de huizen zijn nog steeds  bewoond door nazaten van de oorspronkelijke bewoners. Op straat liggen nog grote kiezels, je voelt dat hier paard en wagen thuishoren. Jongens voetballen ontspannen op deze ondergrond. Zonder schoenen, dat wel.
Achter het plaza mayor zijn werklieden bezig een restaurant om te bouwen. Vandaag moeten er stenen naar binnen worden gesjouwd. Ik word uitgenodigd te helpen, en dat doe ik. Al is het slechts één keer. Zeker zes mensen zijn betrokken bij dit karwei. De fles rum mag onder werktijd genuttigd worden.
In de straten staan ook nog veel oldtimers. Of mag je dat woord hier niet gebruiken als het merendeel van de autobezittende bevolking er mee moet rijden? Het is zeker geen luxe verzamelwoede, maar noodzaak.
We kijken ook binnen in een huis waar een altaar is ingericht volgens de Santeria, een vermenging van het katholicisme met Afrikaans geloof. Hier heet het Regla de Ocha. De vermenging is te snappen als je begrijpt dat de slaven uit Nigeria niet zomaar hun eigen godsdienstige gewoontes konden houden. Met vermenging lukt dat dat weL Hier wil ik natuurlijk de komende dagen meer over te weten komen.
Het is 4 mei. In Nederland is het dodenherdenking. En wij verblijven hier in een achterhuis.



Credtit card or cash

Vrijdag 1 mei

Credit card or cash?

Het is vrijdag 1 mei en we vertrekken bij onze Casa Particularis. Nog even afrekenen. You want to pay with credtit card or cash? Vraagt Francisco.
Even duizelt het me. Heb ik iets gemist? Is Cuba onlangs overgegaan op moderne betaalmiddelen? Francisco lacht. Just kiddin'. You can only pay with cash. Het is pas acht uur in de ochtend en de grap is alweer gemaakt. Francisco en Any zijn uitstekende ondernemers. Niet alleen hebben ze de meest bekende casa in het stadje, temidden van veel concurrentie, ook zijn ze alweer bezig met uitbreiding. Achter in de tuin wordt een nieuw huisje gebouwd. Francisco laat trots de vorderingen zien. Hij wil ook een jacuzzi voor het huisje, maar weet dat het niet te vinden is in Cuba. Dus misschien de onderdelen apart inkopen. Hij vraagt onze mening. Is hier vraag naar?
Elke ochtend begroet Francisco ons met een hand en een kort praatje. Hij geeft daarbij steeds wat tips voor de dag. 
Een ander sterk punt zijn de maaltijden die aangeboden worden voor scherpe  prijzen en toch voortreffelijk zijn. Gisteren was er teveel vis om op te eten. Eergisteren sappige kip en daarvoor goed gebakken kreeft. Daarbij serveert Any soep, groenten en fruit.
Bij het afscheid krijgen we nog een cd'tje met Cubaanse muziek. Daar genieten we ruim  twee uur van in de auto.
Op 1 mei is Any afwezig. Er moet immers, wij denken met de kinderen, gemarcheerd worden. Tja, het is natuurlijk wel Cuba 








vrijdag 1 mei 2015

De A 4

Dinsdag 28 april

De A 4

Het is de snelweg, autopiste A 4, die we dienen te vinden om van Havana naar Vinales te gaan. Maar het ontbreken in de stad, en ook in de buitenwijken, van aanwijzingen, maakt van het geheel een aardige queeste. Eindelijk herken ik op de kaart een plaatsnaam en vanaf daar kunnen we de weg volgen.
De  A 4 is een waarlijke belevenis. De snelweg is leeg, dat is het probleem niet. Toch rijdt Tineke niet harder  dan 80 km. omdat er kuilen in de weg zitten, er een koe plotseling oversteekt, er paard en wagens of zelfs fietsers op de snelweg vertoeven. En natuurlijk de lifters die vanonder een viaduct mee willen rijden.
We lunchen in de heuvels van Las Terrazas, helemaal organisch biologisch verantwoord met onduidelijke sapjes en maaltijd. Maar wel mooi opgediend!

Vinales is voor mij een openbaring. Hier zie ik dan het dagelijkse Cubaanse leven. Het is erg levendig en druk op straat. Maar ik zie ook winkels met lege schappen. Winkels waar maar één klant toegelaten wordt, een schoenenrekwinkel, een winkel voor rijst, graan en papieren pizzabodems, een bakker die maar één soort broodjes verkoopt. Het mini-supermarktje heeft één soort spaghetti, één merk olijfolie, één soort blikjes tomatenblokjes. En nergens ook maar enige poging om het voor de klant mooi of aantrekkelijk te maken. Dit staat zover af van onze wereld. 
We zien bijvoorbeeld deze dag veel mensen met eieren rondlopen. Onze eerste gedachte is natuurlijk: nou, die hebben zin in eieren. Pas later hoor je dat er waarschijnlijk verse aanvoer van het produkt is. En dan komt iedereen erop af.
Als het druk is bij de winkels betekent dat: nieuwe aanvoer van produkten. Voor de mensen is het afwachten wat er komt.
In Cuba ontdek ik weer dat we gewend zijn te kijken door onze eigen bril. Het is een uitdaging om die bril af te zetten.
Is het wellicht deze eenvoud die van Any, onze host, een goede kok maakt? De soep is heerlijk en voor het eerst pittig. En kreeft is er in overvloed. Te veel om op te eten.
Als we arriveren heeft Any's vader net koffie gebrand.
Het zijn alleen de restaurants voor de toeristen en de casas particulare die er opgeknapt uit zien.
Ik geniet van een honkbalwedstijd in het dorp, waar ik naast iemand zit die me met gebaren wat duidelijk wil maken over de tactiek van het spel. Later komen we hem weer tegen en begroeten we elkaar als vrienden. Tineke wordt zelfs door hem gezoend. Ik denk niet dat ik jaloers hoef te zijn.

Ibrahim Ferrer

Maandag 27 april
Ibrahim Ferrer

Ibrahim Ferrer is voor mij het gezicht van Bueno Vista Cocial Club. Ik ben een liefhebber van wereldmuziek en dankzij Ry Cooder heeft twintig jaar geleden de oorspronkelijke Cubaanse muziek een wereldvenster gekregen. Onlangs verscheen een nieuw album met verloren en opnieuw gevonden liedjes. Ibrahim Ferrer heeft op zijn oude dag mogen genieten van wereldfaam. Wat een bijzonder leven.
Hier moet ik aan denken als we zijn graf vinden op het uitgestrekte kerkhof van Havana, Colon. Het is puur toeval. En het is zijn beroemde portret dat me opmerkzaam maakt. Tineke heeft in het vliegtuig nog naar opnamen geluisterd.
Het kerkhof van Havana is een waar necropolis. Het is een enorme witmarmeren vlakte met graven, huisjes en monumenten. Hier ligt Cuba. Hier liggen meer dan twee miljoen mensen. Het is een van de grootste begraafplaatsen ter wereld. Met hulp van een bewaker, die graag als gids optreedt en niet vergeet te vertellen dat hij een tweeling heeft en ook voor deze tweeling een goede toekomst wil, vinden we ook het graf van Korda. Korda is de fotograaf die Che Guevarra een gezicht heeft gegeven. Een gezicht dat ik als student in mijn omgeving op posters zag. Het gezicht dat je nu op t- shirts ziet, op foto's, op muren. Zo ziet Che eruit, de held van de Cubaanse Revolutie.
Onze gids loopt ook met ons naar het graf van Joseito Fernandez, de componist van het lied Guantanamera. Het graf staat eeuwig in de schaduw, als eerbetoon. De jonge bewaker klopt even op het graf. Het is respect.
We horen verhalen over het verleden, over honden die meebegraven worden omdat ze steeds bij het graf van een baasje blijven dolen. We zien witchcraft, plastic zakken die in de buurt van een graf de boze geesten buiten moeten houden. We zien een knekelhuis, een eerbetoon aan brandweerlieden die omkwamen, een eerbetoon aan de soldaten van de revolutie.
Maar Ibrahim Ferrer hebben we zelf gevonden.

donderdag 30 april 2015

Our man in Havana

Havana ontwaakt op zondagmorgen. De ochtendzon verspreidt een warme gloed over de daken. We kunnen dit vanaf ons dakterras waarnemen. En genieten.

Genieten doen ook de inwoners van de stad. Dat blijkt pas duidelijk als we in de middag plaatsnemen in een lokaal open cafe. Bij het stelletje voor ons heeft de jongen het zichtbaar moeilijk om niet helemaal op te gaan in zijn vriendin. En ook naast ons zit een stelletje, een wat oudere man en een lilliputter vrouw, en de man pakt, in het openbaar, zijn partner gepassioneerd vol bij de borsten. De muziek is opzwepend en helpt vast wel bij de gevoelens. Achter ons zit een mooie oudere creoolse vrouw met hoofddoek en met dochter en vrienden. Een fotograaf wil beelden maken van stelletjes. Helaas voor hem weigeren we dicht bij elkaar te gaan zitten. Hij lacht erom. Ik draai de rollen om en ik maak een foto van de fotograaf zelf. Hij werkt bereidwillig mee. 

We zitten en kijken naar de mensen. Vrouwen laten hun lijf zien, of ze nu slank zijn of gezet. Hoe gezetter hoe liever ze een nauwe gele legging dragen, lijkt het. 
Havana  heeft een eigen oplossing tegen misdaad. Ze laten mooie jonge vrouwen, gekleed in blauw shirt, minirok en sexy panties, de gebouwen bewaken. Het is zooo simpel!







Ik  ben helemaal onder de indruk van deze wijk. We zijn in het Havaanse Chinatown aanbeland. Toeristen zijn even niet meer aanwezig. Dit is Cuba. Dit is Havana. Dit is anders dan de steden die ik hiervoor heb bezocht.
Chinatown is een echte volkswijk. Anders dan de naam doet vermoeden zien we geen Chinezen. De inwoners verblijven in de parken, op straat en hier op dit terras. Op zoek naar een toilet voor Tineke beland ik bijna in een prive woning. Het wordt duidelijk niet op prijs gesteld.
In tegenstelling tot het opgeknapte Old Havana zien we hier verwaarloosde huizen. Maar zeker niet onbewoond.  En de inwoners van de stad doen veel moeite om iets aan de toerist te verdienen. Cuba is zeker geen heilstaat geworden.

Hotel Ambon Mundos, Havana

Het is zaterdagavond ongeveer kwart over negen als we onze reisagent vinden in de aankomsthal van het vliegveld van Havana. Eindelijk, we zijn er. In het vliegtuig mochten we al verschillende extra formulieren, buiten het visum, invullen. En het heeft ruim een uur geduurd om door de controles heen te komen. Eerst een lange rij voor de immigratie, dan nog een keer handbagage check en vervolgens nog een (onduidelijke) check  voor het meenemen van de totale bagage.
Een taxi zet ons af bij het st. Fransiscusplein, daar wacht een betrouwbaar persoon (zo wordt ons verteld) om ons te helpen het hotel te vinden. We verblijven de eerste nacht in Hotel Ambon Mundos, werkelijk midden in het pitje van historisch Havana. Vanaf hier is het een spuugworp naar de historische pleinen. Hotel Ambos Mundos is bekend geworden omdat de schrijver Ernest Hemmingway er ooit logeerde. Het schijnt dat zijn kamer nog in de originele staat is achtergelaten. De originele kooilift is ook nog in werking.
Voor een late kleine maaltijd, het is inmiddels al half elf, wandelen Tineke en ik naar Hotel Valencia. Soep met brood en vooralsnog, na een dag reizen via Sciphol en Madrid, alleen nog maar een biertje.
We maken al kennis met Cubaanse eigenschappen. Onze eigen geplande kamer was helaas niet functionerend. Het kaasplankje in het restaurant kon niet besteld worden omdat er geen variatie aan kazen beschikbaar was. En onze gids wil alleen maar meer fooi.
"Heb jij ooit iets van Hemmingway gelezen?"
Ik moet bekennen dat ik waarschijnlijk alleen The Old Man and The Sea heb gelezen. Meer dan veertig jaar terug. In de lobby van het hotel getuigen de foto"s van de schrijver ook nog eens van diens aanwezigheid. En de pianist speelt Sakamoto. Forbidden Colours. Ik ben ontroerd.
Nog voor Tineke onder de douche staat ben ik al in slaap.




dinsdag 14 april 2015

How 40 jaar onderwijs deel 11

2014-2015 is mijn 40e onderwijsjaar. Niet altijd is het vanzelfsprekend gegaan. Als voorbeeld hiervan wil ik de gebeurtenissen noemen uit 2011. Roc Eindhoven reorganiseerde en wij kregen op Handel en Marketing een nieuwe directie. Tegelijk kreeg ook elk team een teamleider, een nieuwe functie. Mijn nieuwe teamleider was jong, jonger dan mijn jongste dochter, en onervaren in een leidende functie. In plaats van mijn ervaring in te zetten koos ik voor de confrontatie, mede door een ongenoegen over mijn onderwijstaken. Al snel, nog voor Kerstmis, werd het vertrouwen in mij opgezegd en kon ik me bij de nieuwe directie verantwoorden. De vraag waarmee ik de vakantie ingestuurd werd was: Peter, wat ga jij doen om het beste uit jezelf te halen en een bijdrage te leveren aan ons onderwijs?
Ik heb serieus twee weken over deze vraag nagedacht en ter inspiratie het boek van Hans Heijnen gelezen over persoonlijk leiderschap.
Terug van vakantie kreeg ik als opdracht me te verdiepen in loopbaanbegeleiding (LOB), een onderwerp waar ik me jarenlang verre van had gehouden. Inmiddels, ruim drie jaar later, onderteken ik mijn mails met "passionaris voor lob". Henriette de Haas werd voor onbepaalde tijd mijn leidinggevende. We hebben de maanden daarop mooie gesprekken gehad, waarbij ik ook de dilemma"s van een Directeur Onderwijs leerde kennen. Vanaf augustus 2012 was ik lid van het onderwijsteam B2B, een team dat in eerste instantie niet zo blij was met mijn komst, omdat ik op het budget drukte.




In april 2012 kreeg ik als een van de eerste personeelsleden van onze school de kans om de HOW training te volgen. HOW is een driedaagse training over communicatie en persoonlijk leiderschap. Een mooi geschenk van de werkgever. Ik was direct enthousiast, HOW sloot aan bij mijn nlp-vaardigheden. Ik besloot ter plekke om te stoppen met de rol van commentator en voortaan alleen nog maar mee te spelen.
Een rol die ik nog steeds vervul en die goed bij me past.
Soms moet iets sterven om vrucht voort te brengen.





                             
Luistertip bij dit blog: Three van Ryiuichi Sakamoto