Pagina's

dinsdag 12 augustus 2014

Wat we meenemen uit Costa Rica

Wachtend op de taxi die ons dadelijk naar het vliegveld van San Jose brengt.
Afsluitende gedachten:
- gps heeft geen zin in Costa Rica. In de dorpen hebben de straten geen naam, een adres intypen is dus niet mogelijk. In steden zijn de straten genummerd. Dat onderweg zo weinig aangegeven wordt hebben we met een goede kaart opgelost.
- prostituees dragen een badge. Ze vielen me gisteren pas op. Eerst dacht ik steeds: wat goed dat vrouwen hier zelfstandig reizen. Nu blijken het onderneemsters te zijn. Uit achtergrondinformatie blijkt dat sekstoerisme in CR veel voor komt of in ieder geval voor kwam.
- vogelen is een tijdelijke hobby. Ik ga thuis geen vogelaar worden, maar wat ik hier gezien heb was prachtig. Elk vogelgeluidje doet me opkijken.
- luiaards zijn bijzondere dieren. Hun gezichten lijken nog het meest op kleine kindergezichten.
- mensen wonen hier graag achter hekken. En dan noemen ze zichzelf wel het gelukkigste volk ter wereld. Ik heb er niet echt een verklaring voor gevonden.
- als je een lichtgevend hesje aandoet ben je parkeerwacht. Ik vind het een mooie manier om wat bij te verdienen.
- kleine beestjes kunnen heel mooi zijn.
- een kerk hoort aan een kerkplein of aan een voetbalveld.
- we hebben weer bijzondere ervaringen opgedaan. Waarschijnlijk teveel om op te noemen. Kajakken op de oceaan. Tokkelen boven in de boomkruinen op ruim honderd meter hoogte. Kerk Licht van de Wereld. Bruine bonen zijn lekker. Mijn spaans moet nog beter worden. Koffie is een mooi product. En koffie is lekker in ijs. Vulkanen slapen niet. De aarde ook niet!









- Peter luisterde gisteren naar Porcupine Tree.

zondag 10 augustus 2014

Soda

Verser kan de sla niet worden geserveerd. De zoon haalt een krop uit een kweekbakje dat naast ons op het terras staat. Even later wordt de sla met tomaat en ui geserveerd.
We lunchen, zoals wel vaker, bij een soda. Bij een soda kun je een koffie krijgen, een limonade of een lunch. De meeste worden gerund door echtparen en ze staan zowel in dorpjes als langs de weg. Hier is vandaag de zoon de helpende hand. Soms is er een menukaart, maar niet altijd. Ook vanmiddag moeten we met ons beperkt spaans een maaltijd voor elkaar boksen. Gelukkig maakt mama er weer een lekkere casado van. Tineke vraagt nog naar extra salsa di mama. Er komt een potje vol met eigengemaakte chili. Na ons eten is het potje bijna leeg.



Een paar dagen terug lunchten we bij Soda Miriam in een klein dorpje onderweg op onze route. Voor de soda is een verhoging in de weg aangebracht waardoor al het verkeer stapvoets passeert. Mede hierdoor wordt er veelvuldig gegroet. Tineke groet als volleerd dorpsbewoner terug. Mriam staat, keurig met haarnetje, in de keuken. Haar man onderhoudt de contacten en draagt zorg voor de administratie.
Het zijn mooie plekken. Eenvoudig. Dorps. En altijd geven ze het een inkijk in het dagelijks leven.









Wat vandaag verder opvalt is de hoeveelheid aan roodwitte palen die informatie over de grond doorgeven. Pas na de voelbare aardschok twee dagen terug en de zichtbare uitstoot van de vulkaan Turrialba ben ik me bewust te leven op grond die makkelijk in beweging kan komen. En dan ben je toch blij met zoveel meetapparatuur.


Peter luisterde vandaag op de Pan Amarican Highway op 3500 meter hoogte naar Los Lobos ( en Talking Heads).

maandag 4 augustus 2014

Bob Marley

Bij het bruggetje staat een zestal mannen. Het zijn Afrikaanse Costaricanen. Hun voorouders zijn als arbeiders vanuit Jamaica in dit land gaan werken. Of zij zelf werken weet ik niet. Het is half negen in de ochtend en twee van de zes mannen hebben een blikje bier in handen. Ze staan op als ze ons zien. Of we een gids willen, vraagt er een. Een ander toont zijn telescoop. Cayman!, zegt hij. Alsof dat het bewijs is voor goed gidsschap. Nee, we gaan zonder deze mensen het park in.
We zijn in Cahuita, in het zuidoosten van Costa Rica en hier, en ook in Limon en Puerto Viejo, zien we en horen we een andere cultuur. Er zijn duidelijk invloeden vanuit Jamaica. Huizen zijn anders geschilderd, meer geel, groen en rood. Er zijn muurschilderingen die de vrolijkheid van het leven verbeelden. Er klinkt meer muziek vanuit auto's en restaurants. Vaak Reggae. Vaak Bob Marley. Met regelmaat zie ik mannen met dreadlocks loom voorbij fietsen. Ja, er wordt gefietst hier. Maar altijd rustig, heel rustig. En het is in deze stranddorpen vuiler. De getoonde levensvrolijkheid ervaren wij niet.






Tijdens onze wandeling door een regenachtig Puerto Viejo valt op dat het hier vuiler is. Hier mag afval gewoon weer op straat blijven liggen. Hier is het genieten geblazen voor de zwarte gieren.



We wonen even een stukje van een dienst bij van de Baptistenkerk. Als hier honderd mensen in de kerk hadden gezeten dan was dit mooie gospel. Helaas, er zijn maar tien mensen. Maar de psalmen worden ondersteund met gitaar en de teksten zijn in het engels. Ook hier is tachtig procent van het kerkbezoek vrouw. Kerken in nood worden vooral bezocht door vrouwen. Want tja, mannen werken nu eenmaal.


Terug in Cahuita zien we die mannen rondhangen op het plein en dus ook bij de ingang van het park. Het dorpsupermarktje wordt gerund door Chinezen. Ook dat zijn nakomelingen van arbeiders die in de 19e eeuw vanuit Taiwan hier zijn komen werken. Chinezen werken altijd. En ook hier zitten ze inmiddels in de retail en de horeca. Inmiddels is Costa Rica een van de weInig landen die Taiwan niet als staat erkent.

Ik geniet van onze tijd hier aan de Caribische kust door veel te lezen en te relaxen op de veranda.

Ik hoor veel Bob Marley, No Woman No Cry (en brulapen).
Location:Cahuita

vrijdag 1 augustus 2014

Kerk in Costa Rica

De steden in Costa Rica zijn veelal hetzelfde opgebouwd. Er is een centrale straat en van daaruit worden noordelijk en zuidelijk, en ook oostelijk en westelijk, de straten genummerd. Om het pitje te vinden moet je een beetje kunnen tellen. Een andere manier is om de kerk te vinden. Die staat, samen met het kerkpark, op straat 1, 1.
Ik heb wel iets met kerken. Ik ben van mening dat je de volksaard in de kerkgebouwen terug kunt vinden.

De kerken die wij zien zijn voornamelijk gebouwd in de jaren '60. Ze zijn ruim opgezet, hebben links en rechts deuren zodat het goed kan luchten en zijn ook hoog. Wat me verbaast, is het gebrek aan franje en tierelantijnen, geen drukte zoals in de Spaanse kerken. Nee, ze zijn erg ruimtelijk, met natuurlijk enkele beelden, soms glas-in-lood-ramen, met abstracte kleuren, en altijd een kruisweg. Wat me wel opvalt is de nadruk op de lijdende Jezus. Soms kan een beeld niet bloederig genoeg zijn.
De kathedraal van Ciudad Quesada is geen uitzondering. Opvallend is het kruisbeeld achter het altaar. Het beeldt een verrijzende Christus uit. Is dit een kruisbeeld of een Hemelvaartbeeld? Achter in de kerk staat een Jezus die helemaal onder het bloed zit en, aan de andere kant van de toegang, een doorzichtige sarcofaag met daarin een dode Jezus, uitgebeeld met vele wonden. Hierin, in de sarcofaag, kunnen gelovigen wensen deponeren. Er liggen maar enkele opgevouwen briefjes in. De sarcofaag, en enkele andere beelden in de kerk, kunnen meegedragen worden in processies.
Maria is wel aanwezig, maar niet overheersend.
En er staan nog steeds banken. De gelovigen gaan immers nog graag op de knieen


















.

Ik ben opgegroeid met de bevrijdingstheologie van Oscar Romero, een bisschop uit San Salvador die het aandurfde stelling te nemen tegen rechtse dictaturen. Zijn boodschap was een boodschap voor de armen. Het is moeilijk voor mij om daar iets van terug te vinden.

De missen die wij bijwoonden werden wel opgeluisterd met zuidamerikaanse muziek. Een keer zelfs besloten met een muzikale ode aan Maria, maar dat was op een feestdag voor de Maagd.

De kerk in Puerto Viejo de Sarapiqui staat niet aan een kerkpark, maar aan een voetbalveld. Wat kan ik daar weer van leren?