Pagina's

vrijdag 7 november 2014

Lunchen op de fiets (40 jaar onderwijs deel 3)


2014 -2015 is mijn veertigste onderwijsjaar. In 10 blogs wil ik hierbij stilstaan. Wat heb ik gedaan? Wat heb ik geleerd? Wat heb ik bedacht?

Deel 3 Het Kollege voor MEO

Het is april 1981 als ik gebeld wordt door Bert van der Lubbe. Proficiat. In eerste instantie denk dat hij me feliciteert met de geboorte van David, maar dat is niet zo. Ik ben aangenomen als docent filosofie en maatschappijleer op het Kollege voor MEO. Middelbaar Economisch Onderwijs. Meao en Mds.
Filosofie wordt alleen in de onderbouw gegeven. En alleen op de manier zoals Bert van der Lubbe het wil. De leerlingen hebben een boek dat vol staat met teksten over de grote levensbeschouwingen. Socialisme, liberalisme, fascisme. De leerlingen weten: als je bij meneer van der Lubbe goed wilt scoren moet je vooral antwoorden dat je de sociaal democraten steunt. Het is altijd stil, doodstil in zijn lessen. Meneer van der Lubbe legt uit hoe de wereld in elkaar zit. Zo, en niet anders. Met zijn sterke persoonlijkheid legt hij zijn wil op.
Het team van maatschappijleer bestaat uit een aantal zeer markante personen. MAF Dekkers, die later een eigen succesvol onderwijsbureau zal beginnen. Ad Hooijmeijers, adjunct, later schooldirecteur. Rita van der Meulen, feministe en bedenkster van de werkweken en later directeur op een mavo. Jos Kivits, onderwijsman en yogaleraar. Rob Roelants, met burn out of onderweg. Ik was een aardig groentje in deze sectie.
Bert, als oud priester, waarschuwde me voor de gevaren van de school. Pas op voor Clariet, de nieuwe vrouw van Rob, zij brengt met gemak het hoofd op hol van alle mannen hier.
Tijdens sectiebijeenkomsten werden de toetsen doorgesproken. Ik herinner me dat ik zelf veel moeite had om de actualitieitsvragen van de toets te kunnen beantwoorden. Leerlingen werden geacht zelfstandig die actualiteit te volgen. Bert legde tijdens de vergaderingen uit hoe de wereld in elkaar zat. Dat hielp. Al waren de collega's altijd bereid om weerwoord te geven. Het waren verhitte gesprekken tot vaak diep in de nacht.
De sectie was een krachtige groep binnen de school en werd met ontzag behandeld. Hier werd niet over maatschappijleer heen gelopen.

Lunchen mocht op de fiets van de Houtstraat naar de Genneperweg (zie foto), naar de Jan van Heelustraat (zie foto) en via de Trudostraat naar de Bredalaan.






De werkweken voor de eerste jaars waren in oktober, na zo'n zes weken les. De klasseleraren van de 1e jaars keken altijd uit naar deze week. Waren het kennismakingsweken? Het programma gaf veel samenwerkingsoefeningen als voorbeeld. Het hoogtepunt was de laatste avond waarbij de leerlingen met beperkte middelen een event voor elkaar moesten boksen. Ik herinner me vooral de gouden bruiloft voor oma en opa, Toos van Holstein en ik.



Collega Pierre was een vurig pleitbezorger van deze 'sensitivity-weken'. De werkweek kon je pas geslaagd noemen als er ook veel gehuild was. Pas later ontdekte ik dat de werkweek ook vooral een dekmantel voor een aantal collega's was om elkaar vooral te 'ont'dekken. Hoe naief kon ik zijn.
We verdeelden het personeel in voorstanders en tegenstanders van deze werkweken. Op die manier was het gemakkelijk om overzicht te houden.
Een persoonlijke triomf voor mij was 1984 toen mijn klas helemaal opging in de mogelijkheden van creativititeit. We bedachten dat je ook kon voetballen zonder voetbal of tafeltennissen zonder tennistafel. Er werd prachtig geacteerd en de avond werd afgesloten met een kaartsessie. Zonder kaarten. En werkelijk... Iedereen leek de spelregels volledig te begrijpen. Een prima week. En helemaal geslaagd.. met veel lachen.

Mijn eerste directeur hier was Ton den Boer, een markant persoon. Ton wilde de leerlingen vertrouwd maken met de verschillen in de samenleving. Zijn docentencorps diende een afspiegeling van die maatschappij te zijn. Hij wilde dus dat er zoveel mogelijk verschillende typen aanwezig waren. Je was trots als je door Ton den Boer aangenomen was. Zoals Theo Schut, die zei " ik denk dat ik aangenomen ben omdat mijn achternaam zo lekker rijmt". Ton leidde de docentenvergaderingen niet zelf, dat liet hij aan zijn adjunct Ad van Lierop over. Bijzonder.





In mijn eerste jaar vierde het college het vijftienjarig bestaan met oa een vossenjacht. Leerlingen moesten een aantal docenten in de binnenstad opsporen. Pierre stond in de etalage van de RamBam. Jacques was verhuizer. En ik.. Ik had mezelf getransformeerd tot zwerver. Met grijs haar en in een oud pak, met vieze nagels, sigaartje en met een dranklucht om me heen slenterde ik van vuilnisbak naar vuilnisbak. Voor mij was het wel een experiment. Hoe voelde dit? Hoe ver durfde ik te gaan? Op de Piazza at ik alleen een sinasappel die ik uit een bak had gevist. Er werd gelachen door de leerlingen die me vonden. 'Plaag die arme man niet zo', riepen omstanders. Missie geslaagd.
In die eerste jaren op het Kollege vond ik mijn creativiteit, mijn kracht om met leerlingen goede gesprekken te voeren. Wat me niet lukte was om het net zo stil in de klas te krijgen als Bert van der Lubbe.


Ik luisterde in oktober 1984 tijdens de werkweek naar The Unforgettable Fire van U2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten